Door Herman van den Bosch
Het aantal zonnepanelen groeit snel. Tot voor kort ging het daarbij bijna uitsluitend om koophuizen. De laatste jaren is ook het aantal zonnepanelen op huurwoningen aanzienlijk toegenomen. Ik schreef in deze blog hierover al eerder. Bij de groei van het aantal zonnepanelen heeft de salderingsregeling zeker een belangrijke rol gespeeld. Bij de salderingsregeling betaalt de energieleverancier voor stroom die aan het net wordt terug geleverd even veel als de prijs waarvoor de stroom is ingekocht. Het kabinet was van plan deze regeling vanaf 2023 in een periode van 11 jaar af te schaffen. Het voorstel daartoe is echter controversieel verklaard en schuift door naar een volgende regering.
In deze en in de volgende blogpost ga ik dieper in op de plaatsing van zonnepanelen op huurhuizen en de gevolgen daarvoor van de mogelijke afschaffing van de salderingsregeling. Hierover is veel te doen. Over het effect van de afschaffing van de salderingsregeling op plaatsing van zonnepanelen door bezitters van een eigen woning, wordt veel minder ophef gemaakt. Overigens ga ik hierna niet in op de kleine groep huurders die na toestemming van de eigenaar zelf overgaat tot de aanschaf van zonnepanelen. Ik beperk me tot situaties waarbij de verhuurder de panelen plaatst en hiervoor een vergoeding afspreekt met de huurder. Naarmate de salderingsregeling verder wordt afgeschaft, daalt de besparing die zonnepanelen opleveren. De redenering is dan dat woningcorporaties genoegen moeten nemen met een lagere vergoeding voor het gebruik ervan, wat gevolgen heeft voor het rendement van hun investering of stoppen met deze investering. Overigens zullen ze vroeg of laat daar wel mee door moeten gaan, want in 2050 moet hun hele bezit energieneutraal zijn.
Van 2017 tot 2019 zijn gemiddeld 30.000 eengezinswoningen en 20.000 meergezinswoningen in corporatiebezit van PV-installaties voorzien. Er is sprake van een jaarlijkse groei. In 2019 waren er dan in totaal al 62.000. De realisatie over die periode vertoont een stijgende lijn. Als die groei zich voortzet, zijn in 2037 alle 2,4 miljoen corporatiewoningen van een PV-installatie voorzien. Er doen zich twee mogelijkheden voor: de woningcorporatie schaft zelf de zonnepanelen aan of zij besteedt dit uit aan een ‘energy service company’. Dit heeft voor- en nadelen. Hierover zo dadelijk.
Een tweede onderscheid is dat tussen eengezinshuizen en appartementen. Bij appartementen treden complicaties op, zeker als ze meer dan vier verdiepingen hebben. Om überhaupt voor de salderingsregeling in aanmerking te komen moeten alle appartementen een eigen meter hebben. Het is overigens niet nodig dat elke wooneenheid zijn eigen panelen heeft; een handige applicatie kan de stroom verdelen. Als er meer dan vier verdiepingen zijn, dan wordt het stroomverlies door de (gelijkstroom)kabels te groot. In dat geval kan de stroom worden bestemd door de bovenste vier á vijf verdiepingen of als collectieve voorziening, bijvoorbeeld door de lift. Uiteraard kan het hele gebouw ook worden aangesloten op een collectieve meter, maar dan is er van saldering geen sprake meer.
In een volgend artikel ga ik in op de pijn voor de woningcorporatie van de afschaffing van de salderingsregeling. Ik ben hier niet echt van onder de indruk. Ik wijs er nu echter al op dat tegenstanders van afschaffing van de salderingsregeling van uitgaan dat het patroon van stroomverbruik onveranderd blijft. Het is verbazingwekkend, maar van alle opgewekte stroom met behulp van zonnepanelen – dit geldt ook voor bezitters van een eigen woning – wordt slechts 30% rechtstreeks verbruikt. 70% van de opgewekte stroom wordt teruggeleverd en vergoed met de salderingsregeling. Alleen al overstappen op elektrisch koken, de aanschaf van een elektrische boiler, een warmtepomp, laat staan een elektrische auto of een – overigens nu nog niet rendabele accu – verandert dit patroon radicaal. Bij verstandig gebruik – boiler overdag laten opwarmen – wordt er helemaal geen stroom meer teruggeleverd, doet afschaffen van de salderingsregeling in het geheel geen pijn en is het aantal panelen dat de woningcorporatie plaatst eerder te klein. Vermoedelijk hebben de bezitters van een eigen huis en een dak vol zonnepanelen dit allang in de gaten!