Door Herman van den Bosch
Je ziet het aantal zonnepanelen in Nederland toenemen. Er worden duidelijke stappen gezet naar de uitbanning van fossiele brandstoffen. De cijfers bevestigen het. In 2012 lag er op daken en in zonneparken een totaal van 12 km2 aan panelen; eind 2019 zijn dat 26 km2. Dit zijn 16 miljoen panelen, goed voor 6,2 miljard kilowattuur. De helft komt van particuliere huizen, de andere helft van gebouwen en zonneweiden. In de afgelopen jaren vijf jaar was sprake van een exponentiële groei. Het onderstaande korte filmpje geeft precies aan waar in 2018 de groei plaatsvond.
Het Klimaatakkoord geeft als doel om in 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 49% te beperken. Daarvoor is 42 miljard kilowattuur aan zonne-energie nodig, waarvan 7 op particuliere huizen en 35 op daken van gebouwen en via grondgebonden panelen. In 2050 moet het totaal uitkomen op minimaal 115 miljard kilowattuur en in totaal 450 miljoen panelen. Dit aantal kan overigens deels worden uitgewisseld door windmolens-op-land.
In 2030 moet daarnaast 49 miljard kilowattuur afkomstig zijn van wind op zee. Ook hier moeten nog grote stappen worden gezet.
Streefcijfers en realisatie
Deze cijfers kunnen niet verbloemen dat Nederland van alle EU-landen het verst achter ligt op de streefdoelen met betrekking tot vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.
Ook de doelstellingen uit het Klimaatakkoord zullen volgens het Planbureau voor de leefomgeving dat de doelen doorrekende, niet worden gehaald. Dat komt vooral omdat er meer en duurdere auto’s de weg opkomen en de groeiende economie bezuinigingen op energieverbruik deels te niet doet. Eind 2020 zal de reductie van de uitstoot van broeikasgassen waarschijnlijk blijven steken op 23% terwijl de doelstelling – bekrachtigd door het vonnis in de Urgenda-zaak - 25% was.
Om deze reden kondigde onlangs Minister Wiebes een reeks extra maatregelen aan om de achterstand weg te werken. Het kabinet zet daarbij in op maatregelen die particulieren en bedrijven verleiden om in actie te komen. Hierbij gelden vier criteria: (i) Ze moetenkosteneffectief zijn, (ii) Beperkte weglekeffecten kennen naar het buitenland, (iii) op voldoende draagvlak kunnen rekenen en (iv) aansluiten bij de maatregelen in het Klimaatakkoord.
Een van de maatregelen is het beschikbaar stellen van geld voor dakisolatie en zonnepanelen op schooldaken. Voorts bereidt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving waarmee gemeenten meer mogelijkheden krijgen om het duurzaam gebruik van daken richting burgers en bedrijven af te dwingen.
Het Ministerie stelt terecht dat de aanleg van zonnepanelen op daken – particuliere woningen en bedrijfsgebouwen - voorrang heeft boven de aanleg van zonneweiden. Er doen verschillende schattingen de ronde van de omvang van de beschikbare ruimte op daken.
Beschikbare ruimte voor zonnepanelen
Uit de benchmark ‘Zon op bedrijfsdaken’ van Over Morgen blijkt dat Nederland circa 37.000 bedrijfspanden telt met een dakoppervlakte van meer dan 1.000 die geschikt zijn voor het opwekken van zonne-energie. Dat komt ongeveer overeen met een eerdere berekening van Deloitte die uitging van 400 km2 daken van bedrijfsgebouwen en 500 km2 geschikte daken op particuliere huizen. Hier ligt samen een potentieel van 38 miljard kilowattuur. Er is dus nog ruimte genoeg.
Het onderstaande kaartje geeft de verdeling van het nog beschikbare oppervlak op bedrijfsdaken in Nederland aan.
De gewenste realisatie van zonnepanelen op daken van particulieren en bedrijfsgebouwen in 2030 zal worden gerealiseerd, als de stijging van de groei van de laatste jaren zich voortgezet.