Door Herman van den Bosch
De zon kan ons meer energie leveren dan we ooit kunnen gebruiken; het zijn echter aardse zaken als het elektriciteitsnet die de toepassing van zonne-energie remmen.
In 2019 is in Nederland het aantal zonnepanelen aanzienlijk uitgebreid. Het ging om 8,1 miljoen zonnepanelen, die samen 2,4 gigawattpiek opleveren. Bijna 30% daarvan is op woonhuizen geïnstalleerd. In 2018 werden in totaal 4,6 miljoen panelen geplaatst. Dat was al meer dan het dubbele van het jaar daarvoor. Van de 1,7 gigawattpiek op gebouwen en in zonne- en windparken is 73% gerealiseerd met subsidie uit de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) en ook particulieren worden rijkelijk ondersteund.
Tegelijkertijd raakt het elektriciteitsnet overvol. Het net is niet berekend op de vele aanbieders van zonne- en windenergie én de sterk toegenomen vraag. Denk aan elektrische auto’s en datacenters. In 2019 is de dreiging van een tekort aan capaciteit sterk toegenomen, in Noord-Nederland in het bijzonder. Verzwaring van het net staat dan ook hoog op de agenda. Netverzwaring is kostbaar en kost echter veel meer tijd dan de aanleg van zonneweiden of het volleggen van daken met zonnepanelen. Alleen al in Noord-Nederland investeert netbeheerder Liander in 2020 € 882 miljoen en TenneT de komende jaren meer dan € 1 miljard.
Minister Wiebes zit tussen twee vuren. Aan de ene kant wil hij voldoen aan het streven om in 2020 25% minder CO2 uit te stoten dan in 1990. Daarom zet hij alles op alles om meer schone energie te laten produceren: Het Klimaatakkoord beoogt dat Nederland van de schamele 18% duurzame energie nu stijgt naar 75% in 2030.
Aan de andere kant is met name in 2019 gebleken dat het elektriciteitsnet aan de top van zijn capaciteit zit. Neem Groningen en Drenthe. Daar is 1673 megavoltampère transportcapaciteit beschikbaar. Aan 1320 megavoltampère wordt thans gewerkt, maar er staan 230 aanvragen voor de aanleg van zonneweiden en windmolens in de wacht. Hiervoor zou de capaciteit van het net tot 10.000 megavoltampère uitgebreid moeten worden. Dat gaat zeker tot 2028 duren en kost vele miljarden. Als deze kosten meegerekend worden, krijgen we straks niet alleen duurzame, maar ook erg dure energie. Gelukkig liggen er de nodige oplossingen in het verschiet.