Blog 42: Vermindering energiegebruik woningen jaren 30
Woningen gebouwd tussen beide wereldoorlogen zijn uitermate populair. Maar met hun hoge ruimten, enkel glas, totaal gebrek aan isolatie zijn het tevens grote energieverspillers. Desondanks hebben deze huizen een hoge (verkoop)waarde. De emotionele waarde voor hun bewoners nog groter. Veel bewoners zijn dan ook op zoek naar mogelijkheden om het energieverbruik te beperken en daarmee ook de CO2-uitstoot. De berekening van het rendement van investeringen in het duurzaam maken van dit soort huizen berust op vele aannames: prijsontwikkeling van fossiele brandstoffen, de (bijkomende) kosten van isolatie en het effect op de waarde van het huis. Verstandiger is daarom wonen in een energieneutraal huis als een waarde voor de wereld en voor jezelf te beschouwen en uit te gaan van wat je te besteden hebt.
Plan A
Probleem bij veel activiteiten om huizen te verduurzamen is dat iedereen zijn eigen plan trekt, terwijl in een buurt en zelfs straat veel mensen met vergelijkbare gedachten rondlopen. In plan A zoek je deze mensen op of zij weten jou te vinden. In het meest ideale geval besluiten alle eigenaren een aaneengesloten rij huizen of een blok samen een plan te maken. Het is dan verreweg het beste en naar verhouding het goedkoopste om alle noodzakelijke verbeteringen in een keer uit te voeren, desnoods huis voor huis en voor dit project samen subsidies aan te vragen en een bank te zoeken die de beste financieringsmogelijkheden biedt.
Plan A zal (in volgorde van prioriteit) omvatten:
1. Dakisolatie. Omdat het om een reeks huizen gaat zal de welstandscommissie er geen problemen mee hebben om het hele dak aan te pakken.
2. Zonnepanelen. Hierbij is zeer aan te bevelen in het dak geïntegreerde panelen te kiezen en wel zo veel mogelijk en tevens te voorzien in een vorm van buurtopslag.
3. Vloerverwarming in het hele huis.
4. Isolatie van de spouwmuren of anders een isolerende laag aan de binnenkant. Een extra laag aan de buitenkant krijg je terecht niet door de schoonheidscommissie.
5. Dubbel Isolatieglas++. Driedubbel glas is overdreven.
6. Isolatie van de spouw en/of het plafond van de kelder.
7. Het huis is nu ruimschoots klaar om van het gas af te gaan. Laat vooral onderzoeken of het loont water-water warmtepompen aan te schaffen. Hiervoor zijn grondboringen nodig.
Ik schat dat dit alles bij elkaar zo’n €50.000 kost (na aftrek subsidies). Je hebt dan wel energielabel A. Je gaat vast en zeker besluiten om keuken en badkamers ook een make-over te geven. De kosten daarvan zijn niet in dit bedrag inbegrepen.
Plan B
Dit plan geldt als alleen het duurzaam maken van jouw huis aan de orde is. Ook dit kun je integraal doen, maar je mist dan de mogelijkheid om het dak van buitenaf aan te pakken en om collectieve energieopslag te realiseren. Een gefaseerde aanpak is dan doorgaans het alternatief. Hieronder vind je de volgorde die ik suggereer. Je kunt er zo lang over doen als je wilt, maar 2030 is een mooi doel.
1. De isolatie van het dak, door van binnenuit dikke isolerende platen aan te brengen. Let goed op de kieren.
2. Leg je dak zo vol mogelijk met zonnepanelen, maar doe dat op een esthetisch-verantwoorde manier om het aanzien van je mooie huis niet te bederven.
3. Alle overige isolatieprojecten: gevel, vensters en kruipruimte. Ook na elkaar. Je huis is nu behoorlijk geïsoleerd (energielabel A zit erin of anders zeker B).
4. Tus dusver heb je nog weinig overlast ondervonden. Die komt nu, als de tijd rijp is voor het grote werk, namelijk aanleggen van vloerverwarming, doe dit op het moment dat je vindt dat het tijd is om van het gas af te gaan.
5. Het sluitstuk is de lucht-water warmtepomp. Voordeel dat dit sluitstuk is, is dat over een paar jaar (nog) betere pompen en zeker goedkopere pompen dan nu op de markt zijn.
Welk plan je ook uitvoert, je bent goed bezig voor het milieu en je verlengt de technische levensduur van je huis aanzienlijk. Voor mij weegt dit ruimschoots op tegen allerlei triviale berekeningen van het rendement van je investeringen.